KONINKLIJKE VISIO
Locatie: | HUIZEN |
Datum: | 2006 |
Opdrachtgever: | Stichting Novum |
Na een besloten architectenselectie kreeg Jaco D. de Visser architecten de opdracht voor een ingrijpende verbouwing van het hoofdkantoor van de Koninklijke Visio in Huizen. Later kreeg Ex Interiors, het bureau van Odette Ex, via een andere selectie de opdracht voor het interieur. De intensieve samenwerking van architect en interieurarchitect weerspiegelt zich vooral in de maatregelen waarbij het oorspronkelijke, gesloten gebouw zich opent naar de omgeving.
Koninklijke Visio ontwikkelt, maakt en distribueert hulpmiddelen, studiematerialen, onderwijsprogramma’s en audio-publicaties voor blinden en slechtzienden. Het bestaande gebouw bleek niet meer toereikend voor de groeiende organisatie en bovendien was er de wens om bijeenkomsten en studie- programma’s in het eigen huis te houden. Het terrein van de Koninklijke Visio ligt in een bos- rijke omgeving. Achter het imposante hoofdgebouw bevinden zich verschillende bijgebouwen, die in de loop der ja ren verschillende functies hebben gehad, variërend van gymzaal, schoolgebouw tot stallen. Nu komen daar in de tweede fase van het project onder meer een restaurant, auditorium en appartementen voor studenten en gastdocenten. Het hoofdgebouw blijft gereserveerd voor kantoren, vergaderruimten en studio’s, waar boeken en cursussen worden ingesproken.
Respect
In het plan van De Visser & Ex (& Co) voert respect voor het bestaande gebouw en de omgeving de boventoon. Het bakstenen hoofdgebouw — ooit gebouwd als school - voldeed klimatologisch niet aan de eisen, had een beperkte toegankelijkheid voor minder validen en onduidelijke routing, en was bovendien op veel plaatsen te donker. In de kelder bevond zich een enorme, antieke installatie met ketels voor verwarming van het totale complex. In het programma van eisen stonden niet alleen meer vierkante meters in het gebouw als eis, maar ook een oplossing voor het parkeren op het terrein. Binnen de schil van het huidige complex waren deze eisen niet te realiseren.
In de eerste fase van het project is de ruimteproblematiek voor een groot deel letterlijk onder het maaiveld verdwenen. Een flinke ondergrondse parkeergarage is aan de voorzijde van het hoofdgebouw geplaatst. Het centrale ketelhuis in de kelder is ontmanteld en verbouwd tot vergaderruimte. Aan de achterzijde van het gebouw is een bouw laag onder het binnenterrein geplaatst en ondergingen de kantoorruimten aan die zijde een metamorfose door een gebouwhoge glasconstructie enkele meters voor de oorspronkelijke bakstenen gevel.
Daglicht
Bij het betreden van de parkeergarage, vlak na de poort rechtsaf, valt de hoeveelheid daglicht in de ondergrondse ruimte meteen op. Door flinke vides, die zijn voorzien van doorval beveiliging van metaalgaas en bescherming van doek, valt het daglicht direct op de garagevloer. Nergens krijg je het gevoel van een bedompte, ondergrondse ruimte. Integendeel, het licht nodigt je uit om naar de glazen trap- en liftpartijen te gaan om te zien wat voor moois zich daarboven bevindt.
Dat moois is een enorm terras, dat zich boven de parkeergarage bevindt en zich strekt tot aan de hoofdentree. Het terras heeft een vloer van houten delen en is ruimtelijk verdeeld met plantenbakken, buitenmeubilair en een verzinkt stalen pergola. De entreepartijen voor de parkeergarage staan als elegante paviljoens op het dek. Met ijle staalprofielen worden de grote glasplaten vastgehouden, in de hoeken sluiten de glasplaten naadloos op elkaar aan. Voor het dek is gekozen voor tech-wood, composiet zachthout dat in korte tijd vergrijst.
Slotgracht
Een brug biedt toegang tot de hoofdentree. Hier is duidelijk te zien hoe het ketelhuis is getransformeerd tot vergaderruimte: dankzij een ‘slotgracht’ kreeg de kelder een gevel. De taluds en de ruimte onder de brug zijn voorzien van begroeiing en zelfs bomen. In het interieur valt voldoende daglicht. De hier geplaatste vergaderzalen hebben het uitzicht niet echt nodig. De interieurs zijn licht, met het meubilair is kleur en sfeer gemaakt.
Glas
De meest opvallende ingrepen aan het hoofdgebouw zelf bevinden zich aan de achterzijde van het gebouw en zijn gemaakt met glas. Het centrale trappenhuis kreeg een liftpartij van staal en glas. Het oorspronkelijke glas en lood geeft een aardig contrast met de strakke lijnen en maatvoering van de liftkoker.
De oorspronkelijke achtergevel is nog wel te zien, maar ligt een aantal meters achter de nieuwe glazen gevel. Of eigenlijk: serre, want het geheel heeft ook een glazen dak. Glazen vinnen steunen de gestapelde glaspanelen in verticale richting én verbinden de nieuwe gevel in horizontale zin met de bestaande bakstenen buitenmuur. Voor de aandachtige toeschouwer zijn daarbij leuke details te ontdekken: de plaatsing van de bevestigingspunten van het glas, de verticale lamellen die een mater onder het plafond ophouden (want geen constructieve functie aldaar) en het gezeefdrukte glas in bladerpatroon. Waarom bladeren? Omdat er onherroepelijk vuil op een glasdak komt en dan is er niets natuurlijker dan een patroon van bladeren om dat te maskeren: het licht in het bos wordt immers ook door bladeren gefilterd. Overigens was het patroon ook cruciaal voor de klimaathuishouding en is veel geëxperimenteerd met het juiste percentage daglichttoetreding, om de serre niet teveel direct daglicht te geven .In de serre zijn cellen geplaatst van gekleurd glas: autonome ruimten waarin kan worden vergaderd of flexwerken
Verlichting
Voor de verlichting in de werkruimten in de serre is gekozen om die van binnenuit te laten plaatsvinden, dus niet met armaturen aan plafonds of wand. Op de tafels zijn opvallende armaturen geplaatst, waarmee de ruimtes efficiënt worden aangelicht. Een aantal armaturen en lampenkappen zijn speciaal voor het project ontworpen.
Behang
De schoollokalen zijn getransformeerd tot werkplekken. Om de communicatie onderling te bevorderen zijn de tussenwanden voorzien van openingen. De resterende delen zijn omkleed met een zeer speciaal behang ontworpen door Irma Boom. De kleurrijke lijnen zijn doorsnedes van zeer bekende kunstenaars (van Gogh, Rineke Dijkstra etc.). Deze schilderijen zijn denkbeeldig doorgesneden en alle kleuren die dan ontstaan naar boven getrokken. Zo ontstaan er nieuwe schilderijen die onderling weer samen te stellen zijn en waardoor er zeer veel kleurnuances ontstaan. In nauwe samenwerking met Ex is hieraan gewerkt en hebben alle verdiepingen in elke vleugel weer een ander “schilderij” gekregen.
De druppel
In de zoektocht naar het spanningveld tussen het “oude” en het “nieuwe”. Wordt je in de entree hal haast overvallen door een majestueuse druppel die doorloopt tot aan het dak. Ingenieus snijdt deze het gebouw door en laat zien dat heden en verleden geheel met elkaar kunnen worden verweven en tezamen voor een nieuwe ruimtelijke beleving kunnen zorgen.
De geel gespoten kleur is bewust gekozen omdat slechtzienden deze kleur nog als laatste lichtpunt kunnen waarnemen.
Een gelijkwaardige ervaring is voelbaar op de zolderverdieping waar de techniek van het gehele gebouw is weggewerkt door het aanbrengen van afgeronde schalen tegen het bestaande dak. De oude spanten in combinatie met het diepe rood maakt geeft de ruimtes haast een sacrale dimensie..
Dakpakket
Alle kantoren aan de achterzijde hebben uitzicht op de binnentuin, die wel degelijk buitenruimte Is en inmiddels een dubbelrol vervult als dak van de onder-liggende vergaderruimte. Een vernuftige constructie, waarbij de balken en Installaties niet onder, maar tussen de vloerplaten zijn gelegd, hield het dakpakket beperkt. Slechts een bescheiden hekwerk geeft aan waar zich de vides of lichthappers zich bevinden. De beplanting is afgestemd op de onderliggende constructie: om de belasting te beperken, zijn de paden boven de balken geplaatst en is er een licht grondpakket voor beplanting daartussen.
Landschap
De vides worden in de binnenruimte onder de tuin ervaren als patio’s. De verdiepinghoge glaspuien en de scherpe detaillering van de overgang binnen- buiten met steenachtige materialen en slanke kozijnen dragen aan dat beeld bij. Het constructie materiaal beton is heel aanwezig, maar maakt onderdeel uit van de compleet andere sfeer die hier is gecreëerd. Waar bovengronds de geschiedenis van de locatie tastbaar Is, blijkt onder het maaiveld een wereld te zijn die onmiskenbaar uit de eenentwintigste eeuw is. De verbindende factor is letterlijk het landschap, het buiten, waar je je op elke plaats in dit gebouw van bewust bent. Hoe dat komt? Niet in de laatste plaats door een vernuftige indeling en daglichttoetreding boven aan de prioriteitenlijst. Maar ook zeker door de inrichting van het gebouw, zonder poespas, met zorgvuldig gekozen materialen, inrichtingselementen en kleuren en een heel belangrijk aspect: rust.
Architectuur en Interieur
In dit project is de kennis en kunde van beide bureau´s geheel met elkaar verweven en valt een onderscheid van beide disciplines nagenoeg niet meer vast te stellen.
De samenwerking heeft tot grote tevredenheid van de opdrachtgever geleid tot een zeer evenwichtig totaal beeld
De afstemming van alle onderdelen had als doel te komen tot een totale eenheid waar ruimtelijke fascinatie, licht, contrast,textuur,gaafheiden respect de boventoon voeren.
GEBASEERD OP TEKST ‘DAX’ dd juli/Augustus 2006
Copyright Caroline Kruit
HAMBURGERSTRAAT 23 / Utrecht
Restauratie monumentaal herenhuis / particulier / fotos Spijkers met KoppenHOEVE WIELREVELT Landgoed Haarzuilens GENOMINEERD
Rietveldprijs 2017Natuurmonumenten ism lokale ondernemers
ROUGH STYLE Braunverlag CH
The fascinating relationship between new and old of DOMunderIs opening completely new aesthetic horizons